Responsive image

Artikel 30 Herziening en rapportage door de Commissie

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 30 Herziening en rapportage door de Commissie

1. De Commissie verzamelt, in overleg met de betrokken belanghebbenden, de informatie die noodzakelijk is met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van deze verordening zoals aangegeven in en op grond van lid 2, punt a), en op de ontwikkeling van berekeningsmethoden voor ingebedde emissies op basis van milieuvoetafdrukmethoden.

2. Vóór het einde van de in artikel 32 bedoelde overgangsperiode legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze verordening voor.

Het verslag bevat een beoordeling van:

a) de mogelijkheid om het toepassingsgebied uit te breiden tot:

i) ingebedde indirecte emissies in de in bijlage II vermelde goederen;

ii) ingebedde emissies in het vervoer van de in bijlage I vermelde goederen en vervoersdiensten;

iii) andere dan de in bijlage I vermelde goederen die risico op koolstoflekkage lopen, en met name organische chemische stoffen en polymeren;

iv) andere inputmaterialen (precursoren) voor de in bijlage I vermelde goederen;

b) de criteria die moeten worden gebruikt om te bepalen welke goederen in de lijst van bijlage I bij deze verordening moeten worden opgenomen op basis van de sectoren die risico op koolstoflekkage lopen en die op grond van artikel 10ter van Richtlijn 2003/87/EG in kaart zijn gebracht; die beoordeling gaat vergezeld van een tijdschema dat in 2030 afloopt voor de geleidelijke opneming van de goederen in het toepassingsgebied van deze verordening, waarbij met name rekening wordt gehouden met het risico van hun respectieve koolstoflekkage;

c) de technische voorschriften voor de berekening van ingebedde emissies voor andere goederen die in de lijst van bijlage I moeten worden opgenomen;

d) de vooruitgang in de internationale besprekingen over klimaatactie;

e) het governancesysteem, met inbegrip van de administratieve kosten;

f) het effect van deze verordening op de in bijlage I vermelde goederen die worden ingevoerd uit ontwikkelingslanden met bijzondere aandacht voor de door de Verenigde Naties aangewezen minst ontwikkelde landen en de effecten van de verleende technische bijstand;

g) de methode voor de berekening van indirecte emissies op grond van artikel 7, lid 7, en punt 4.3 van bijlage IV.

3. Ten minste één jaar voor het einde van de overgangsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt aangegeven van welke producten verderop in de waardeketen van de in bijlage I vermelde goederen zij aanraadt om ze in het toepassingsgebied van deze verordening op te nemen. Daartoe ontwikkelt de Commissie tijdig een methodologie die gebaseerd moet zijn op relevantie in termen van gecumuleerde broeikasgasemissies en het risico van koolstoflekkage.

4. De in de leden 2 en 3 bedoelde verslagen gaan, waar passend, vóór het einde van de overgangsperiode vergezeld van een wetgevingsvoorstel, met inbegrip van een gedetailleerde effectbeoordeling, met name met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van deze verordening op basis van de in die verslagen getrokken conclusies.

5. Na afloop van de overgangsperiode beoordeelt de Commissie als onderdeel van haar jaarverslag aan het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG om de twee jaar de doeltreffendheid van het CBAM bij het aanpakken van het risico op koolstoflekkage van in de Unie geproduceerde goederen voor uitvoer naar derde landen die geen EU-ETS of een vergelijkbaar koolstofbeprijzingsmechanisme toepassen. Het verslag bevat met name een beoordeling van de ontwikkeling van de uitvoer van de Unie in CBAM-sectoren en de ontwikkelingen met betrekking tot handelsstromen en de ingebedde emissies van die goederen op de wereldmarkt. Wanneer in het verslag wordt geconcludeerd dat er sprake is van een risico op koolstoflekkage van in de Unie geproduceerde goederen voor uitvoer naar derde landen die geen EU-ETS of een vergelijkbaar koolstofbeprijzingsmechanisme toepassen, stelt de Commissie, waar passend, een wetgevingsvoorstel voor om dat risico aan te pakken op een manier die strookt met de regels van de Wereldhandelsorganisatie en die rekening houdt met de decarbonisatie van installaties in de Unie.

6. De Commissie monitort de werking van het CBAM met het oog op de evaluatie van de effecten en mogelijke aanpassingen van de toepassing ervan.

Vóór 1 januari 2028, en daarna om de twee jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze verordening en de werking van het CBAM in. In het verslag komen minstens de volgende punten aan de orde:

a) een beoordeling van de gevolgen van het CBAM voor:

i) koolstoflekkage, ook met betrekking tot uitvoer;

ii) de onder het CBAM vallende sectoren;

iii) de interne markt, economische en territoriale gevolgen in de hele Unie;

iv) inflatie en de prijs van grondstoffen;

v) industrieën die de in bijlage I vermelde goederen gebruiken;

vi) de internationale handel, met inbegrip van het herschikken van hulpbronnen, en

vii) minst ontwikkelde landen;

b) een beoordeling van:

i) het governancesysteem, met inbegrip van een beoordeling van de uitvoering en het beheer van de toelating van CBAM-aangevers door de lidstaten;

ii) het toepassingsgebied van deze verordening;

iii) ontwijkingspraktijken;

iv) de toepassing van boetes in de lidstaten;

c) de resultaten van de onderzoeken en de opgelegde boetes;

d) geaggregeerde informatie over de emissie-intensiteit per land van oorsprong voor de verschillende in bijlage I vermelde goederen.

7. Indien sprake is van een onvoorspelbare, uitzonderlijke en niet-uitgelokte gebeurtenis buiten de invloed van een of meerdere derde landen die aan het CBAM zijn onderworpen die verwoestende gevolgen heeft voor de economische en industriële infrastructuur van een dergelijk betrokken land of dergelijke betrokken landen, beoordeelt de Commissie de situatie en dient zij, indien passend, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, tot wijziging van deze verordening door de nodige voorlopige maatregelen vast te stellen om die uitzonderlijke omstandigheden het hoofd te bieden.

8. Vanaf het einde van de in artikel 32 van deze verordening bedoelde overgangsperiode evalueert de Commissie, als onderdeel van de jaarlijkse verslaglegging op grond van artikel 41 van Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ), hoe de financiering uit hoofde van die verordening heeft bijgedragen aan het koolstofvrij maken van de maakindustrie in minst ontwikkelde landen, en brengt zij daarover verslag uit.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.